Gelamineerde niet-geweven stof is typically made by combining two or more layers of non-woven fabric together using a lamination process. The lamination process involves applying heat and pressure to melt a thermoplastic adhesive, which is then used to bond the layers of non-woven fabric together.
Hier zijn de algemene stappen die betrokken zijn bij het maken van gelamineerde niet-geweven stof:
Eerst wordt de niet-geweven stof geproduceerd door vezels of filamenten tot een web te vormen met behulp van technieken zoals naaldponsen, spunbonding of smeltblazen.
Vervolgens wordt de thermoplastische lijm gesmolten en aangebracht op een of beide zijden van de niet-geweven stof met behulp van verschillende methoden, zoals extrusiecoating, hotmeltcoating of spraycoating.
De gecoate niet-geweven stof wordt vervolgens onder druk door een reeks verwarmde rollen geleid om een goede hechting van de lagen te verzekeren.
Na het lamineren kan de stof aanvullende behandelingen ondergaan, zoals reliëfdruk, bedrukking of oppervlakteafwerking om de eigenschappen of het uiterlijk te verbeteren.
Gelamineerde niet-geweven stoffen kunnen worden gemaakt met een verscheidenheid aan materialen en diktes voor verschillende toepassingen, zoals medische jassen, beschermende kleding, hygiëneproducten en verpakkingsmaterialen.